GESCHIEDENIS
Begin jaren zeventig reist een groepje Amsterdamse caféwielrenners tweemaal per jaar naar de Zijpenberg bij Arnhem om er een koers te rijden. Illegaal, maar dat maakt het des te leuker. Die wedstrijd smaakt naar meer en op 19 december 1975 richten vijf fietsers in café Scheltema FC Trappist op.
aanvankelijk draait het wielerleven om drie hoofdevenementen
De club gaat gezelligheidstochten, de halfjaarlijkse Ronde van de Zijpenberg en kleine vlakke wedstrijden organiseren en maandelijks een clubblad uitgeven omdat het efficiënter is evenementen in een ‘stenciltje’ aan te kondigen dan steeds briefjes op te hangen in een handjevol cafés. Binnen een jaar telt de club ruim honderd leden en aanvankelijk draait het wielerleven om drie hoofdevenementen: het Indoorkampioenschap, de Ronde van de Zijpenberg en de IJsselmeerronde.
Het Indoorkampioenschap, een rollenbank wedstrijd in een café, sterft een stille dood. De Ronde van de Zijpenberg wordt tien keer verreden, onder groeiende belangstelling van de Arnhemse veldwachters die met een kluitje – prestatietocht, oom agent – in het riet worden gestuurd. Het circuit van Zandvoort vormt sinds 1980 het legale alternatief. Tradities zijn er om te koesteren. Nog steeds is Zandvoort de belangrijkste wedstrijd voor menig Trappist.
Bij de IJsselmeerronde is het eerste keer serieus de vraag of de deelnemers het clubcafé zullen halen. Daarna niet meer. Tientallen Trappisten, in 1986 maar liefst 48, staan ’s morgens aan de start voor een rondje om het IJsselmeer. Na de pauze in Bolsward wordt er serieus gekoerst, aanvankelijk tot aan het clubcafé midden in de stad, later is de meet bovenop de Muiderbrug gelegd.
een anarchistische inslag
Binnen enkele jaren groeit FC Trappist uit tot de club die het nu nog steeds is: een fietsclub met een anarchistische inslag die wedstrijden én toertochten organiseert. Alles kan, niets moet! Sinds 1981 is er een woensdagavondcompetitie op Spaarnwoude, al snel met twaalf wedstrijden. Er staan, behalve als het heel slecht weer is, steevast tientallen wielrenners aan de start.
Bij de wedstrijden rijden Trappisten in twee categorieën: A en B. Met enige regelmaat is er stevige discussie over de indeling, zeker als er een seizoen lang relatief weinig A’s aan de start verschijnen. Er komt altijd een oplossing, desnoods hevelt de wedstrijdsecretaris op eigen gezag enkele sterke B’s over naar de A.
Omnium regelmatig is doodverklaard
Andere FC Trappist wedstrijden zijn de openingswedstrijd, de individuele tijdrit langs het Amsterdam-Rijnkanaal, de GP Ger (v.h. GP Presto) op Sloten, de klimkoers in Beverwijk en het Omnium. Hoewel het Omnium regelmatig is doodverklaard vanwege de magere opkomst, blijken er toch steeds voldoende liefhebbers van deze koers.
Zoals iedere wielerclub heeft FC Trappist een rijk gevuld bokalenlokaal. De puntentelling voor de meest gewilde prijs, de Super Prestige Beker, zal niet iedereen foutloos kunnen uitleggen. Deze beker is een souvenir van Didi Thurau, die hem naar verluidt ooit in de Ronde van Andalusië heeft gewonnen en hem bij een gastgezin in Amsterdam heeft achtergelaten.
hoe slechter het weer, des te lager de opkomst
In dertig jaar is het aantal toertochten langzaam gegroeid van een handjevol tot de ongeveer twintig die nu op de kalender staan. Bij mooi weer, zeker in het voorjaar staan er tientallen Trappisten aan de start, bij de seizoensopening in 1992 zelfs 58. Maar hoe slechter het weer, des te lager de opkomst. Toch is de opkomst door de jaren heen nauwelijks gedaald, behalve bij de zwaardere tochten zoals het IJsselmeer en Mergelland.
Zuiderzee, een 320 km lang rondje over het ‘oude land’
De meeste toertochten beginnen in Amsterdam, maar de Trappisten fietsen ook over de Utrechtse Heuvelrug, in Noordwest Overijssel, Veluwe, Zeeland, Twente en Zuid-Limburg. De Zuiderzee had jarenlang een aparte status. Dit 320 km lange rondje over het ‘oude land’ is in 1988 geïntroduceerd als ‘eindelijk een tocht voor echte mannen m/v’. Aanvankelijk telde de tocht niet mee voor het Super Prestige Klassement, maar sinds 2015 beschouwen de toerrijders het als drie tochten van 100 km op één dag. Met punten.
Zo functioneert FC Trappist al enkele decennia op een stabiele manier. Zoals in een vergrijzende maatschappij te verwachten is, kruipt de gemiddelde leeftijd langzaam omhoog. Tijdens wedstrijden bij de B. kijkt daarom niemand vreemd op als een rap spurtende 65-plusser als eerste over de meet gaat. Gelukkig is er bij de A’s wel regelmatig aanwas van dertigers.