Verslag 2e zomerwedstrijd (langste dagwedstrijd) door Ard
Misbruik in het wielrennen
Misbruik kan overal plaatsvinden, op het werk, thuis en natuurlijk ook op de sportvereniging. En iedereen kan dader zijn. Met schaamte beken ik: ik ben schuldig! Afgelopen woensdag reed ik een wedstrijd bij de A. Het was de langste dag koers (LKV) en deze won ik. En daar is het gebeurd. Een overwinning besmeurd met het zweet en traanvocht van mijn clubgenoten van de Trappist.
Voor deze wedstrijd heb ik bij de A twee keer kunnen winnen en daar heb ik euforische verslagen over geschreven. De eerste keer na een prachtige tactische manoeuvre met broer Ruud, de tweede keer doordat ik het juiste moment zag om weg te rijden. Deze keer is anders. De weken voor de race had ik minder getraind en ik was gewoon niet zo goed. Het maakte dat ik mij veel verstopte in het peloton. Ik zocht voortdurend naar het beste wiel en profiteerde schaamteloos van al mijn fietsvrienden. Ruud was wel goed en was veelvuldig in de aanval. Dat maakte dat ik mij mocht verstoppen, ik ga geen gat op mijn broer dichtrijden. Maar ook als hij niet vooruit was liet ik het kopwerk graag aan anderen over. Een enkele keer probeerde ik een uitval, maar ik voelde al snel dat het vandaag niet de dag was van de ontsnappingen. Dus ik zocht brede ruggen, zoals die van Johan, en liet me als gewiekste parasiet meevoeren.
De laatste ronden ging Ruud er weer vandoor, en deze aanval zag er kansrijk uit. Het gaf mij de mogelijkheid me nog kleiner te maken en me te verstoppen. Zelfs zo erg dat ik zelfs op zeker moment geen idee meer had hoe ver we nog moesten. Ik miste dan ook dat het rondebord twee keer op “2” stond. Ik zag het pas de tweede keer, en bolde lekker door. Na de bel kwam Ruud dichterbij, en leek het op een sprint uit te draaien. Maar na bocht 1 kon ik samen met Hugo nog één keer het tempo uit het peloton halen en werd het gat weer groter. Kon hij het toch halen? Maar na bocht 2 vloog het peloton als een kudde wilde paarden over ons heen en gingen we in gestrekte galop richting finish. Hier was geen houden meer aan.
De laatste kilometer overtrad ik alle normen en fatsoensregels. Op 500 m versnelde Tomasz en sloeg gelijk een groot gat. Het leek mij van te ver. Als ik mee zou springen zou hij halverwege leeg zijn en zat ik met mijn neus in de wind, daar had ik geen zin in. Enkele seconden later reageerde Tim. Ik sprintte naar zijn wiel en liet hem het gat zover mogelijk dichtrijden terwijl ik lafhartig in zijn slipstream hing. Toen zijn bord leeg was wachtte ik nog heel even en sprong naar de rug van Ruud. Zijn zog stelde me in staat met minimale energie nog door te versnellen. Ik sprong door naar het wiel van Tomasz. Ik keek om en zag dat er een groot stuk lege weg achter mij lag, slechts gevuld met Ruud en Tim waar ik het vlees al van de botten had geknaagd. Tomasz zette nog eens aan richting de bocht en dat gaf mij de gelegenheid weer even te sparen. Na de bocht had ik ook Tomasz voldoende uitgemergeld en misbruikt en was de tijd rijp om ook mijn eigen reserves aan te spreken. Ik sprintte, voor het eerst met mijn neus in de volle wind, naar de overwinning!
Maar, het voelde anders dan de eerdere overwinningen, al mijn fietsmaten had ik geofferd op het altaar van schaamteloos opportunisme. Tomasz, vroeg gegaan, sprintte nog naar zilver, zonder Ruud en Tim had ik ‘m nooit teruggehaald. Ruud dan, hij had drie ronden vooruit gereden en het bijna gehaald en was ook nog eens uit balans gebracht door een rondebord dat bleef steken. Tim was sterk, Hugo was goed. Allemaal waren het mooie winnaars geweest. Maar ja, ik reed als eerste over de streep, had iedereen misbruikt, leeggegeten, geparasiteerd en daarmee de volle winst binnengehaald. Mag dat? Ja! Is t mooi? Ik weet ‘t nog niet…