verslag

Verslag 3e voorjaarswedstrijd

De wedstrijden bij de A’s liggen al een tijdje in de plooi. We kennen onze plek en weten van te voren wie de grote kanshebbers zijn. Wedstrijdjes worden afgestemd op deze renners, we weten wie we viseren, welk bord leeg gegeten moet worden, welk wiel we moeten hebben.
Wanneer deze renners, om uiteenlopende redenen, ontbreken ontstaat er verwarring, lichte paniek en opwinding. De verhoudingen zijn veranderd, er liggen ineens kansen. De automatismen zijn verdwenen, je moet nu zelf beslissingen nemen, initiatief tonen en gokjes wagen.
Bij aanvang van de wedstrijd monster je de tegenstand. De gebroeders Van Straten zijn aanwezig, samen met hun bloedverwant Michel Butter, een sterk verbond. Ard en Ruud hebben al getoond dat ze er goed voor staan. Joop van Gangel is een koele kikker, die rustig een wedstrijdje achterin kan hangen en dan alle energie in de eindsprint stopt. Bas Klein weet zijn momenten goed te kiezen en Giel Kortekaas is hard bezig om op zijn niveau van twee jaar geleden te komen. Dirk Gerritsen is een sterke renner met grote inhoud en een goed eindschot en Olav Heuts heeft weer heel wat matineuze trainingsuurtjes achter de rug en maakt zijn rentree in het peloton, waar staat hij? Van de Haarlemse afdeling zijn Daan Verzuilenberg, Koos Pijnakker en nog een besnorde renner (zonder chip?) aanwezig en Bram Bruin, een ervaren renner van de Kampioen die zijn debuut maakt bij de A’s. Donkere paarden.
Het peloton vliegt er vanaf de start vol in en het is een wedstrijd van hollen en stilstaan. Ruud en Ard wisselen elkaar af met aanvallen en ook Giel neemt regelmatig initiatief. Soms krijgen ze een paar renners mee, soms blijven ze solo en kansloos. Het kat en muisspel wordt enthousiast gespeeld. Ook Olav laat zien dat hij goed uit de winter is gekomen en hij oogt sterker dan vorig seizoen. Bas maakt regelmatig een oversteekje en de afdeling Haarlem trapt goed door. Zij zijn nog niet op de hoogte van het broederverbond en blijven dan ook netjes op hun beurt wachten achter Ard als Ruud er weer eens tussenuit piept. Maar iedereen begrijpt dat als er meer dan 3 mensen weg zijn, het volle pond moet worden gegeven om de ontsnapping te niet te doen. En zo wordt het toch een wedstrijdje als alle andere, met een sprint ter afsluiting. Maar welk wiel wordt er nu gekozen in de laatste ronde en wie waagt er nog een ultieme ontsnapping? Wel zo prettig dat Ruud flink doortrekt, om de sprint voor Ard aan te trekken, die zit vol zelfvertrouwen. Maar waar zit Ard? Niet, zoals gebruikelijk in mijn wiel, daar zie ik een grijnzende Joop zitten. Plaatst hij dan weer één van zijn befaamde, verschroeiend klinkende demarrages? Ik zit achter Ruud en Dirk en wacht op de eerste versnelling van achteren. Het blijft lang stil, maar dan komen de Haarlemse mannen naar voren. Ik pik meteen in en de besnorde renner trekt door tot aan de bocht. Ik ga als eerste de bocht in en ben altijd blij als dat zonder kleerscheuren gebeurt. Dan begint het moment van bewustzijnsvernauwing en verkleint je wereldje zich tot een vierkante meter waarin het stil is en je bezig bent om zo snel mogelijk naar iets verderop te rijden. Het enige waar ik naar luister is het geluid van een fiets die mij gaat passeren, een bekend geluid, dat echter lang op zich laat wachten en gek genoeg pas komt als ik al over de finish ben. Lichtelijk verbaasd constateer ik dat ik gewonnen heb. Achter mij komen Joop, Bas en Ard naast elkaar over de streep en in hun kielzog Michel en Dirk. Wat een heerlijk uitrijrondje ligt er nog voor me.

Sterkte Marlin en Jack!

Marthijn Licher