Verslag (veld)

Verslag CK cross door Tom Schipper 

De één z’n dood…

Winnen bij de Trappist lukt mij maar zelden. Op de weg is het zelfs nog nooit gelukt. Ik ben niet sterk genoeg om in een ontsnapping met 1 of 2 kompanen rondes achter elkaar mijn kopbeurten te blijven doen en wapper uiteindelijk toch terug naar het peloton. Ik heb een redelijke sprint en die levert mij regelmatig een top 5 klassering op, maar hoger dan het tweede treetje van het podium ben ik op het circuit van Spaarnwoude niet gekomen.

Nee, dan de cross! Dat is een ander verhaal. Sinds een paar jaar rijd ik mee bij de ACC en eigenlijk gaat dat best naar mijn zin. Ik rijd nog in de 45- categorie en ik hoor daar inmiddels bij de oudjes. De illusie om voorin mee te doen met jongens die (ruim) 20 jaar jonger zijn heb ik niet, maar toch weet ik leuke uitslagen te rijden. Van de veertigplussers in het peloton ben ik één van de snellere renners. Vanaf volgend jaar mag ik meedoen bij de 45+ en ik hoop dat ik daar een keer top 5 kan gaan rijden.

Dit jaar doe ik voor de derde keer mee aan het clubkampioenschap cross van de Trappist. De eerste keer moest ik het afleggen en werd ik derde, maar vorig jaar wist ik te winnen. Naast eeuwige roem en bloemen, kreeg ik de wisseltrofee een jaar in mijn bezit. Dit is een schilderij waarop een crosser in Trappist tenue is afgebeeld, in volle strijd tijdens een ACC cross. Deze crosser is duidelijk te herkennen aan zijn houding en grimas: het is Peter Giljam. Peter heeft een jaar doorgebracht in mijn kantoortje thuis.

Het clubkampioenschap 2024 wordt verreden rond het circuit van Sloten, op het crossparcours van WVA. De omstandigheden zijn uitdagend, want het heeft een periode gevroren en als toetje is er sneeuw gevallen. De dooi is inmiddels wel ingetreden, maar doordat het parcours in de schaduw van hoge bomen ligt heeft dat weinig effect gehad. De eerder in de zachte bodem gereden sporen zijn keihard bevroren, en de finishstraat is een ijsplaat. Er wordt daarom geïmproviseerd en de finishlijn ligt dit keer achter in plaats van voor het juryhok.

Er is een relatief klein clubje crossers op komen dagen: met de A en B samen bestaat het peloton uit 21 renners. Mijn grootste concurrent zal Hugo Bakker zijn, schat ik zo in. Hugo, die volgens een Strava commentaar van Ivo “5 jaar geleden nog een dikke reet en een onderkin had, en helemaal niet kon fietsen”. Of dit zo is weet ik niet, ik heb Ivo niet leren kennen als een leugenaar. Inmiddels is de situatie sowieso anders, want Hugo fietst zowel op de weg als in het veld de sterren van de hemel. In de ACC is hij bijvoorbeeld een vaste waarde geworden in de top 10 bij de 45+. Op een paar DNF’s door materiaalpech na, rijdt hij prachtige uitslagen.

De startstrook is door de gladdigheid ultrakort en we duiken vrijwel direct het veld in. De rechterkant leek mij de beste kant om op te stellen en dat pakt goed uit met de kopstart. De bevroren bodem dwingt je kanten op die je niet op wil, en na 50 meter moet ik al vol in de remmen om één van de weinige bomen op het parcours niet frontaal aan te rijden. Achter mij wordt een deel van het peloton opgehouden door een valpartij en even verderop word ik uit een spoor het asfalt op geslingerd. Over het lintje heen en terug het crossparcours op.

Na een half rondje heb ik Hugo in mijn wiel, en is de rest al op redelijke achterstand gereden. Ik ben benieuwd hoe sterk hij is en wacht af wat hij doet. Op het rechte stuk voor de finish dendert hij mij voorbij, ogenschijnlijk zonder last te hebben van de bevroren ondergrond. Het wordt nog wat om de winst te pakken vandaag… Ik probeer het wiel te houden en dat lukt maar net.

In de rondes die volgen blijft de situatie ongewijzigd, tot ik een stuurfout maak en op een paaltje rijd. Hugo hoort dat en plaatst direct een demarrage. Het gat is geslagen en langzaam zie ik het groter worden. In gedachten zie ik mijzelf al een trede lager staan op het podium van WVA. De één z’n dood is de ander z’n brood, zeker in de cross. Plots schieten Hugo’s DNF’s in de ACC door mijn hoofd en gelijk zeg ik tegen mijzelf dat ik niet zo mag denken. Het lijkt alleen wel mijn enige overgebleven mogelijkheid te zijn op een overwinning…

In een scherpe bocht richting finish zie ik plots een spoor van latex op het parcours en een seconde later zie ik Hugo met zijn fiets op zijn nek weglopen. De volledige (nieuwe, tubeless) achterband is van de velg gelopen en er is geen assistent met een reservefiets of -wiel te bespeuren. Onverwachts rijd ik weer in eerste positie en de achterstand van nieuwe nummer 2 Giel is groot. Dit kan niet meer mis, mits ik tenminste overeind blijf en zelf geen pech krijg. Ik rijd de laatste rondes uit en word voor de tweede keer op rij clubkampioen cross. Peter mag weer een jaar over mijn schouder meekijken.

Het is leuk om te winnen, maar ik baal toch een beetje van de gang van zaken. Hugo is sportief en geeft aan dat dit erbij hoort, waar hij natuurlijk gelijk in heeft. Volgend jaar een nieuwe kans. De één z’n dood…