Verslag Proloog Openingskoers A
Winnaars zijn geen schrijvers, schrijf dat maar op.
Het schrijven van een verslag na een overwinning. Wat een prachtige FC Trappist traditie. Maar wel een die moeilijk in stand te houden is. Dit blijkt uit de aangeleverde hoeveelheid verslagen in seizoen 2022. Winnaars winnen niet voor niets. Dat komt niet alleen voort uit wielertalent, maar ook omdat zij net iets egoïstischer zijn dan de rest en dus lekker gaan fietsen op de avond dat zij een verslag voor de club kunnen schrijven. En zo staat de winnaar de volgende wedstrijd in betere vorm aan de start dan die sukkel die wel een stukje schrijft. De stukjes-schrijvende-winnaars zijn daarmee een uitstervende soort. En dat is terecht, ze vragen er zelf om.
Het seizoen 2022 was mijn eerste volledige seizoen bij de A. Het is mij niet gelukt om daarin een overwinning te pakken. En dus hoefde ik geen verslag te schrijven. Extra trainingsritjes leverde dat niet op, ik was druk bezig mijn tuin te verbouwen. Aan het einde van dat jaar stelde ik mij tot doel om in seizoen 2023 minimaal 1 winnaarsverslag te schrijven. Het helpt daarbij om een duidelijk sportief doel te stellen. Dat hoorde ik tenminste in de diverse podcasts. Eigenlijk kan ik niet zo heel veel heel goed op een fiets. Ik zie mijn koerskwaliteiten ongeveer zo:
• Sprinten, matig, na een lange zware koers misschien bovenmatig.
• Lange solo, ik kan leuk spartelen, maar lang niet goed genoeg.
• Klimkoers, matig, ik ben te zwaar, of die anderen te licht.
• Tijdrijden, op Trappist niveau bovengemiddeld, maar niet goed genoeg voor een overwinning.
Eigenlijk kan ik twee dingen goed op een fiets, genieten en ongeveer 1 ronde hard rijden.
De grootste kans op een overwinning zou dus liggen in een tijdrit. Maar dan wel een korte tijdrit, de proloog. De proloog, dat is het makkelijkste en gelijk ook het moeilijkste onderdeel van ons wedstrijdprogramma. Je hoeft alleen maar 1 ronde keihard te trappen, geen tactiek, geen slimmigheidjes. Maar je kunt in één bocht, vaak is dat bocht 2, alles verknallen. Daarnaast moet je ruim 4 minuten een rete hoog wattage trappen om mannen als Cisko en Jack te verslaan. Ga er maar aan staan.
Hoe ik deze winter getraind heb, dat ga ik hier natuurlijk niet opschrijven. Maar de winter was een goeie, lekker gefietst, mooie ritten, goeie trainingen. En de hele winter fit en gezond! Tot zondag 19 maart om 17:45uur. Mijn zoon herinnerde zich een trucje dat wij een paar jaar terug vaak deden. Een onderdeel daarvan was dat ik hem boven mijn hoofd tilde. De truc lukte ook deze keer, maar niet van harte. Ik merkte dat hij toch ongeveer 20 kg zwaarder was dan de laatste keer. Een uur ging voorbij zonder dat ik veel last had en toen, zat mijn hele onderrug vast. Een week voor de proloog. Mijn kans op het schrijven van een verslag zag ik als sneeuw voor de zon verdwijnen!
En na een week van slapeloze nachten van de pijn, fysiobezoek en oefeningen, werd het zondag 26 maart. Ik had zaterdags al besloten dat het zinloos was om te gaan, maar dat ik voor de gezelligheid toch mee zou doen. De fysiotherapeut had groen licht gegeven, met de kanttekening dat ik er rekening mee moest houden dat ik maar ca. 90% van mijn kracht kon zetten. Ik had gemerkt dat die rug van fietsen los kwam, dat de pijn na een ritje weg leek te vloeien. Dus kwaad zou het niet kunnen om mee te doen.
De wedstrijddag brak voor mij vroeg aan. Om 5:45 kon ik niet meer slapen van de pijn in mijn rug. Het was mooi weer, windstil en droog. Maar de weersverwachting gaf aan dat er om 13u. een stevige koude bries over Spaarnwoude zou waaien. Dikke twijfel, meedoen of lekker thuis blijven. Het werd meedoen, “gezellig joh” appte Peter Turk mij nog. Ja dan moet je. De stevige koude bries dacht er ook zo over en meldde zich stipt om 13u. aan de start. Net als de bekende tijdritkanonnen Cisko, Jack, Marthijn, Ivo, Bernard, Olav, en een nieuwkomer op mooi materiaal, Eelco. Altijd moeilijk in te schatten, nieuwkomers op mooi materiaal…
Om mijn rug wat te ontzien en toch een aanvaardbare prestatie neer te zetten had ik bedacht om me te sparen op de stukken met voordewind, om dan met tegenwind met mijn kin op het stuur gas te geven. Mart nam bij de start al zijn kostbare A-leden in een zelfverzekerde maar liefdevolle greep. Peter Turk gaf me nog wat tips “je ketting ligt er niet goed op Ruud” Maakt hij nou een grapje? Nee, hij heeft gelijk. Nog even snel de ketting goed leggen en starten. Eigenlijk ging het best lekker. Die rug voelde ik nauwelijks en ik had best wat kracht in de benen. Volhouden! Het zou geen eerste plek worden, maar misschien een nette 4e of 5e stek. Daar kon ik ook tevreden over zijn in dit kleine maar sterke deelnemersveld. Ik kwam alle bochten goed door en trapte lekker door. Het lange rechte end stond de wind pal op de kop. Ik wilde de snelheid daar niet onder de 40 zien en tot mijn verbazing lukte het mij om hier grotendeels rond de 42 te blijven rijden. Zo kon ik nog wel eens een plekje richting podium opschuiven, rekende ik mij rijk. Maar na de finish, toen de adrenaline zich langzaam terugtrok uit mijn bloedbaan, sloeg de onzekerheid toe. Ik had eigenlijk bar slecht gereden, waarom deed ik nou mee, ik had een excuus!!
Voor de start van het criterium werd de uitslag van de proloog medegedeeld. Altijd spannend, je verwacht elke keer je eigen naam te horen. Des te langer je je naam niet hoort, des te beter je uitslag, want het gaat aftellenderwijs. Bij nummer 4 aangekomen bekroop mij een vervelend gevoel, zou mijn Mylaps chip niet gewerkt hebben? “Nummer 4, Jack!” Of zou ik echt podium gereden hebben? “Nummer 3, Marthijn!” Ja, nu wist ik het zeker, mijn chip deed het niet. Maar wie was er dan 2e geworden? Ik kon even niemand bedenken. “Nummer 2, Cisco!” Oja natuurlijk Cisko was er ook nog. Maar wacht eens, wie is er dan nummer 1 geworden….. “En nummer 1, Ruud”…….
Gelukt, Het seizoen is nog geen 5 minuten koersen onderweg en ik heb mijn doel gehaald. Een mooie gelegenheid om mijn training op te offeren voor het schrijven van een wedstrijdverslag,…. Sukkel.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.