FC TRAPPIST
Nieuws (race)verslag

Verslag Openingskoers B

Gewonnen! De laatste keer moet bijna 30 jaar geleden geweest zijn. En bovendien koersend zoals ik dat vanaf eind jaren ’80 bij de A deed, gewoon smijten met je krachten en zien waar het schip strandt. Bij de A was dat er al zo’n 20 jaar niet meer bij, koersen was meer en meer voorkomen dat je er afgereden wordt geworden, en dat is toch niet zo leuk. Dat ik het plezier in het koersen weer een beetje terugvond is toch wel het grootste voordeel van de gedwongen degradatie door het soms onnavolgbaar serieuze bestuur van de Trappist (boven een bepaalde leeftijd kon je vroeger makkelijker switchen tussen A en B al naar gelang de vorm). De openingswedstrijd dus. Met als hoofdgerecht het criterium na het altijd weer vervelende tijdritje, een voorgerecht dat ik al heel lang het liefst zou overslaan. Te kort om in je ritme te komen, maar lang genoeg om je snelheid niet vast te kunnen houden, zoiets. Meestal ontneemt het je de lust om aan het hoofdgerecht te beginnen, maar ik werd 5e of 6e , dus dat viel mee. Na wat schermutselingen in het begin reed ik al redelijk vroeg in de wedstrijd met Jo in mijn wiel naar Niels Kooij toe, die er duidelijk zin in had. Even later kwam Mart erbij. Dat leek ergens op. Regelmatig overnemen kostte me in het begin nog wat moeite omdat ik al een paar keer redelijk diep was gegaan, maar na een tijdje hielden we eendrachtig samenwerkend het tempo er goed in, vooral door Niels en Mart, maar ik kon steeds beter meedraaien. Even zagen we Jasper en Frans Poels nog een poging doen om met z’n tweeën het gat te dichten, maar toen dat niet lukte wisten we eigenlijk wel dat we in de goede ontsnapping zaten. Een beetje een saai verhaal verder, maar als je lekker bezig bent vliegt de tijd. Geheel volgens verwachting deed Mart in de voorlaatste en laatste ronde een paar pogingen om alleen weg te komen. De eerste counterde ik, bij de twee volgende hoefde ik alleen Niels maar te waarschuwen dat hij mee moest springen. Het werd dus een sprint met vier. Ik had gerekend op Jo, omdat de meeste sprinters ook als ze halfdood zijn nog kunnen sprinten, maar hij zei later dat hij het gevoel had dat hij daarvoor te weinig gedaan had in de ontsnapping. Heel nobel, maar ik had hem groot gelijk gegeven als hij gewoon meegesprint had. En omdat Mart denkt dat hij niet kan sprinten ging het dus tussen Niels en mij. Niels drong mij de kop op, maar ik herinnerde me vaag hoe ik zulke situaties in een ver verleden oploste. Ik had goed geschakeld (wind mee) en ging gewoon van kop af de sprint aan toen ik merkte dat Jo dat niet deed. Op de streep had ik 1/1000ste seconde over, zei MyLaps, maar meer hoeft het ook niet te zijn.
Lukas IJsseling